Onze BEEMSTER® komt uit een boerencoöperatie die sinds 1901 heerlijke kaas maakt. Sinds 2008 bouwden we aan een duurzaamheidsprogramma. Dankzij heel wat automatisatie en technologie kan de coöperatie zich ondertussen klimaat neutraal noemen.
“Het programma is langzaam in de hele keten gegroeid, van boerderij naar kaasmakerij, in transport, dierenwelzijn en energieverbruik. We voeren een totaal duurzaamheidsbeleid. Samen met het boerenbestuur nemen we al onze leden mee in het verhaal. Het is van belang dat boeren en consumenten naar elkaar toegroeien. Iedereen moet uiteindelijk rekening houden met markttrends, en consumenten worden nu eenmaal steeds kritischer als het gaat om voedsel en ecologie. Dat de boeren voelen dat ze deel uitmaken van de strategie van een hele coöperatie, is heel belangrijk. Het is door die gezamenlijke inspanning dat we dit hebben verwezenlijkt.”
In de groenste kaasmakerij ter wereld.
Eerlijk duurt het langst.
…en dat merk je.
Natuurlijk.
Mooi verhaal toch?
100% weidemelk, nog steeds met de hand geroerd voor de fijnste smaakontwikkeling.
Bezield door het zilte gras uit de unieke polder in 17e eeuw gewonnen op de zee; daardoor blauwe zeeklei en zilt gras.
Kaas van blije melkkoeien uit de weide polder. Onze koeien lopen 1800 uren per jaar in de wei; voor gezonde en lekkere melk.
Beemster neemt zijn tijd en rijpt in alle rust. De tijd « en alléén de tijd » doet zijn werk 100 % natuurlijk.
“Hoe wij kaas maken, is toch meer slow food dan andere producenten. We mogen natuurlijk geen ‘boerenkaas’ maken, want die mag enkel geproduceerd worden op de boerderij zelf, met rauwe melk. Omwille van voedselveiligheid moeten we de melk pasteuriseren. Maar de melk van onze boerderijen wordt zo weinig mogelijk voorverwerkt en we werken nog met wrongel in open bakken, uitermate belangrijk voor de unieke Beemster smaak. Heel wat bedrijven doen aan ‘versnelde’ veroudering, maar bij ons wordt de kaas gerijpt op een houten plank, waar de tijd en enkel de tijd zijn werk doet. Dat zijn keuzes die zorgen voor minder efficiëntie, maar wél een hogere kwaliteit geven. En vergeet onze tuttebellen van koeien niet, die worden echt verwend. Ze krijgen zoveel mogelijk vers gras buiten, hebben massageborstels… Je wil toch proeven hoe blij die koe is?”