“Hoe wij kaas maken, is toch meer slow food dan andere producenten. We mogen natuurlijk geen ‘boerenkaas’ maken, want die mag enkel geproduceerd worden op de boerderij zelf, met rauwe melk. Omwille van voedselveiligheid moeten we de melk pasteuriseren. Maar de melk van onze boerderijen wordt zo weinig mogelijk voorverwerkt en we werken nog met wrongel in open bakken, uitermate belangrijk voor de unieke Beemster smaak. Heel wat bedrijven doen aan ‘versnelde’ veroudering, maar bij ons wordt de kaas gerijpt op een houten plank, waar de tijd en enkel de tijd zijn werk doet. Dat zijn keuzes die zorgen voor minder efficiëntie, maar wél een hogere kwaliteit geven. En vergeet onze tuttebellen van koeien niet, die worden echt verwend. Ze krijgen zoveel mogelijk vers gras buiten, hebben massageborstels… Je wil toch proeven hoe blij die koe is?”